NVM 10.20.091 vrachtschip ms "Frigion"

Bij het ontwerp van het m.s. Frigion, dat door de N.V. Scheepswerf en Machinefabriek De Biesbosch te Dordrecht is gebouwd, heeft de werf in opdracht van de reders ernaar gestreefd een schip te maken, dat binnen de beperking van de 500 brt-grens een maximum aan ruiminhoud zou krijgen, zonder dat aan de eisen van bewoonbaarheid, stabiliteit enz. afbreuk zou worden gedaan. Op het schip dat daaruit is ontstaan, moest dan ook gewoekerd worden met de ruimte voor andere doeleinden dan voor de lading. Niettemin moest aan de voorschriften van Lloyd’s en de Zweedse Sjöfahrtsstyrelsen volledig worden voldaan.             
De Frigion heeft als compromis van al deze verlangens de volgende hoofdkenmerken gekregen:

lengte o.a.                                             :  82,- m             
lengte t.l.l.                                             : 72,- m             
breedte op spanten                                : 11,05 m             
holte tot hoofddek                                 :  3,75 m             
holte tot shelterdek                               :  6,70 m             
deadweight                                           : 815 t (à 1016 kg) op 3,72 m diepgang
ruiminhoud koelruimen                          : 69.889 cft             
bruto inhoud                                          : 499,46 RT             
proeftochtsnelheid                                 : 14 knoop

Het schip is geconstrueerd als shelterdekker, met de motorkamer en alle accommodatie achter en is verder door waterdichte dwarsschotten verdeeld in voor- en achterruimen, motorkamer en voor- en achterpiek-compartimenten. De dubbele bodem is onderverdeeld in tanks voor brandstof, drinkwater en ballast.             
De luchtkoelers voor de ladingskoelinstallatie zijn ondergebracht in 2 lierendekhuizen op het shelterdek.             
De hulpwerktuigen in de motorkamer, de compressoren en ventilatoren van de koelinstallatie, de stuurmachinepompen en de pompen voor de hydraulische installatie worden elektrisch aangedreven. Het daartoe benodigde elektrische vermogen wordt geleverd door 3 dieselaggregaten, elk bestaande uit een Deutz. dieselmotor van 165 pk bij 1800 omw./min., gekoppeld aan een generator van 130 kVA.             
De spanning van het krachtnet is 440 V draaistroom, 60 perioden. De drie hoofdgeneratoren kunnen parallel worden geschakeld.             
De koelcompressormotoren worden gestart door middel van automatische sterdriehoekschakelaars.

De vriesinstallatie is ontworpen voor het in stand houden van temperaturen van + l2 ºC.  tot -30 °C. bij vaart in tropische wateren. Daardoor is bet schip geschikt voor het vervoeren van een uitgebreide ,,range”  van lading, variërend van bananen tot diepvriesprodukten.             
De installatie is opgezet volgens het tweetrapsprincipe met injectietussenkoelers, gestuurd door de oververhittingstemperatuur van het persgas. Het geschiktste koelmedium bij deze lage temperatuur was R 22. De machinerie, opgesteld op een tussendek in de motorkamer omdat 3 twee-trapscompressoren met 3 cilinders in de eerste trap en 1 cilinder in de tweede trap, waarbij schakelmogelijkheden werden gemaakt om naar keuze op 1 trap, en bij lage temperaturen op 2 trappen te werken. De compressoren hebben elk een capaciteit van 33.000 kcal/h bij -40 ºC.  verdampingstemperatuur. De capaciteit van de compressoren is half-automatisch geregeld, waarbij de verdampingstemperaturen worden ingesteld door zuigdrukregelventielen; thermostaten sluiten bij het bereiken van de gewenste temperatuur magneetkleppen in de vloeistofleiding.             
Dezelfde thermostaten activeren magneetkleppen in de stuuraansluiting van de zuigdrukregelventielen. waardoor bij uitschakeling van de thermostaat het gehele circuit aan inspuit- en afzuigzijde wordt gesloten. Daardoor wordt vermeden dat in de verdampers condensatie zou ontstaan. Een speciale voorziening van deze aard werd door het extreme temperatuurbereik noodzakelijk geacht. De condensors zijn uitgevoerd met aluminium-messing low-fin-integronpijpen, waardoor een groot condensoroppervlak kon worden ondergebracht in een beperkte ruimte.             
Het koelen van de 4 ruimen geschiedt met een geforceerde luchtcirculatie. lamellen-luchtkoelers, die volgens het Lloyd’s principe in 2 secties per koeler werden uitgevoerd. Koelers en fans zijn in de twee dekhuizen op het shelterdek ondergebracht.  

Specificaties :